Het volgende is een bijproduct van een nieuw boek waaraan ik op dit moment werk, het ‘Handboek Aziatische filosofie en spiritualiteit – Hindoeïsme en boeddhisme’. Het betreft het lemma ‘KŌAN’, dat ik in deze vorm niet opneem, omdat het te lang is.
Een kōan is in het zenboeddhisme een zin uit een soetra, een lering over zenrealisatie of een episode uit het leven van een oude meester die aan studenten wordt gegeven om over na te denken in hun meditatie en uiteindelijk om te 'beantwoorden' tijdens een gesprek tussen student en leraar. Een koan is geen raadsel, in die zin dat er geen voorgeschreven juist antwoord is. De student vindt het antwoord, voorbij de logica, in de niet-conceptuele ruimte van meditatiebeoefening.
Kōan is de paradox ofwel dat wat voorbij (Grk: ‘para’) het denken (Grk. ‘dokein’) gaat, dat wat elk logisch, conceptueel begrip te boven gaat. De kōan is daarom geen raadsel, omdat het niet met het verstand kan worden opgelost, want daarvoor moet je de sprong naar een ander niveau van begrip maken. Kōan worden sinds het midden van de 10e eeuw systematisch gebruikt als trainingsmiddel in Zen. Omdat de kōan zich onttrekt aan elke oplossing met de middelen van het verstand, maakt het de grenzen van het denken duidelijk voor de zenstudent en dwingt het hem uiteindelijk deze te overstijgen in een intuïtieve sprong waardoor hij zichzelf terugvindt in de wereld voorbij alle logische tegenstrijdigheden en dualistische manieren van denken. Vanuit deze ervaring kan de student zijn eigen oplossing voor de kōan aan de meester demonstreren in de dokusan, spontaan en zonder zijn toevlucht te nemen tot geruchten. Het woord of de uitdrukking waarin de kōan oplost, wanneer men ermee worstelt als een middel voor spirituele training wordt wato genoemd; het is ‘het springende punt’ van de kōan.
Voorbeeld van een klassieke koan: Casus 14 uit Kōun Yamada, The Gateless Gate – The Classic Book of Zen Koans (2004). Vertaling uit het Engels: Rolf Wennekes.
Nansen doodt de kat
Ooit hadden de monniken van de oostelijke en westelijke zenzalen in de tempel van Meester Nansen ruzie over een kat. Nansen hield de kat omhoog en zei: ‘Jullie monniken! Als een van jullie een woord kan zeggen, zal ik de kat sparen. Als jullie niets kunnen zeggen, zal ik hem aan het zwaard rijgen.’ Niemand kon antwoorden, dus doodde Nansen de kat uiteindelijk. Toen Jôshû 's avonds terugkeerde, vertelde Nansen hem wat er was gebeurd. Jôshû deed daarop zijn sandalen uit, zette ze op zijn hoofd, en liep weg. Nansen zei: ‘Als jij er was geweest, had ik de kat kunnen sparen.’
MUMON’S COMMENTAAR
Wat is de betekenis van het feit dat Jōshū zijn sandalen op zijn hoofd zette? Als je hier een draai aan kunt geven, zul je kunnen zien dat Nansen's opdracht niet zonder betekenis was. Maar als je dat niet kunt, kijk dan uit! Gevaar!
HET VERS
Als Jōshū er geweest zou zijn,
zou hij de opdracht wel hebben gegeven;
Als hij het zwaard had afgepakt,
zou zelfs Nansen om zijn leven hebben gesmeekt.
TEISHŌ OVER DE CASUS
Dit is een zeer beroemde koan. Nansen is meester Nansen Fugan, en, zoals meestal gebeurde, kreeg hij zijn naam van de berg waarop hij woonde. Zijn familienaam was Ö, dus hij werd ook wel Ö Roshi genoemd.
Nansen werd geboren in 748 en verliet het huis op negentienjarige leeftijd om monnik te worden. Hij werd een van de grootste dharma-opvolgers van meester Baso. Op een keer, toen Baso over de oogstmaan sprak met Hyakujō, Seidō en Nansen, zijn beste drie leerlingen, zei hij: ‘De soetra is in handen van Seidō, zen is in handen van Hyakujō, alleen Fugan overtreft de wereld der dingen.’ Nansen Fugan stierf in 834 op de leeftijd van zevenentachtig jaar. We zullen meer in detail over hem spreken in casus 19, 27 en 34.
In het klooster van Nansen moeten er twee zenzalen geweest zijn, één in het oosten en één in het westen. Op een dag hadden monniken van de twee zalen ruzie over een kat. We krijgen niet te horen wat het probleem was, maar het kan iets te maken hebben gehad met de boeddhanatuur van de kat. Misschien luisterde Nansen ongemerkt mee. Hoe dan ook, hij verscheen met een zwaard in zijn rechterhand en nam de kat in zijn linkerhand, hield hem omhoog naar zijn monniken en zei: ‘Jullie monniken! Als een van jullie een woord kan zeggen, zal ik de kat sparen. Als jullie niets kunnen zeggen, zal ik haar aan het zwaard rijgen.’ Niemand kon antwoorden, dus doodde Nansen de kat.
Voor gewone mensen die niets over zen weten, zou het niet moeilijk zijn om op zo'n moment iets te zeggen. Maar voor hen die zen studeren, zal het een beetje moeilijk zijn omdat ze bepaalde opvattingen over zen hebben. Ze zullen proberen om zen-achtige ‘omdraai-woorden’ te zeggen.
Als jij er op dat moment bij was geweest, wat zou je dan gezegd hebben? Probeer gewoon de ‘omdraai-woorden’ te zeggen om de kat te redden.
Hier wil ik het over één punt hebben: Wat betekent de kat of waar staat zij voor? Zoals je weet houdt zen niet van abstracte begrippen. Zen gebruikt geen vastomlijnde labels of woorden, want die hebben de neiging om vastomlijnde ideeën te creëren, waardoor het ware leven van de dingen verloren gaat. Om dit te voorkomen neemt zen iets bij de hand en probeert de essentiële natuur via dat object uit te drukken - een hond, een kat, een boom, een vos, een vinger – alles is goed. In dit geval is het een kat. Wat betekent de kat nu? Zij is het symbool van de oorsprong waaruit alle relatieve gedachten voortkomen. Alle gedachten die voortkomen uit de veronderstelling van de tegenstelling subject en object zijn waanideeën. De kat doden betekent de oorsprong van alle begoochelende gedachten afsnijden. Dit is precies wat Nansen deed.
Jōshū was weg toen dit allemaal gebeurde en keerde pas 's avonds terug naar het klooster. Nansen vertelde hem wat er had plaatsgevonden en vroeg hem waarschijnlijk: ‘Wat vind je ervan?’ Jōshū zette zijn sandalen op zijn hoofd en liep weg.
Jōshū was natuurlijk diep verlicht en had niet alleen alle misleidende gedachten weggevaagd, maar ook alle herinneringen aan verlichting. Hij had geen ideeën, geen concepten, zelfs geen spoor van verlichting. Hij was een waarlijk geëmancipeerd man, die de innerlijke wereld van zijn bewustzijn aan Nansen presenteerde. De laatste toonde zijn goedkeuring door zijn antwoord: ‘Als jij er was geweest, had ik de kat kunnen sparen.’
Als je je probeert voor te stellen wat Jōshū in zijn hart zei, zou het kunnen zijn: ‘Meester, u heeft het over het doden van een kat, maar ik begrijp niet wat u bedoelt. Nu moet ik gaan.’ Maar dit is slechts onze verbeelding. In Jōshū 's hart was niets, zelfs geen gedachten zoals deze. Hij zei geen woord. Alleen al door zijn handeling toonde hij zijn staat van bewustzijn en gaf hij de meester zijn antwoord op de koan. In die handeling was er geen discriminerend denken, zelfs niet de gedachte dat sandalen aan de voeten horen en niet op het hoofd. Maar ik wil niet dat je denkt dat het dragen van sandalen op je hoofd kenmerkend is voor zen! Als je zo denkt, dan bevind je je op het vossenniveau. Zoals ik al eerder zei, is ons doel in zen niet om vreemd of eigenaardig te worden, maar om een waar persoon te worden.
Het zwaard van Nansen doodt alles en Jōshū geeft alles leven. Zij vertegenwoordigen de twee kanten van zen-activiteit. De ene kant, vertegenwoordigd door Nansen, dooft of snijdt waanideeën af die fundamenteel voortkomen uit het tegenover elkaar plaatsen van subject en object. De betekenis hiervan is het afsnijden van alle kwaad. Er is een zen-gezegde: ‘Er is zelfs geen korreltje stof in de essentiële wereld’.
De andere kant van zen-activiteit is leven geven aan alles. Jōshū presenteert deze kant op unieke wijze door zijn buitengewone actie. De betekenis ervan is het beoefenen van al het goede. Er is een zen gezegde: ‘Niets blijft buiten de dharma van de Boeddha.’ Om de spirituele vooruitgang van de mens te bevorderen, zijn beide onmisbaar.
OP MUMON’S COMMENTAAR
‘Wat is de betekenis van Jōshū 's sandalen op zijn hoofd zetten? Als je een omdraai- woord kunt geven met betrekking tot deze kwestie, zul je kunnen zien dat de opdracht van Nansen niet betekenisloos was. Maar als je dat niet kunt, kijk dan uit! Gevaar!’
Wat denk je dat het betekent om sandalen op je hoofd te zetten? Kun je een omdraai-woord geven? Een ‘draai-woord’ betekent een woord dat de kracht heeft om iemand in zijn bewustzijn binnenstebuiten te keren en, door de hulp van dit woord, tot verlichting te komen. Maar als je geen geschikt woord kunt zeggen, kijk dan uit! Ook jij kunt gedood worden door Nansen! Gevaar!
OVER HET VERS
Als Jōshū er geweest zou zijn,
zou hij de opdracht wel hebben gegeven;
Als hij het zwaard had afgepakt,
zou zelfs Nansen om zijn leven hebben gesmeekt.
Wat dit betekent is dat als Jōshū er geweest was, hij het zwaard uit de hand van Nansen had kunnen rukken en het op zijn keel had kunnen richten, zeggende: ‘Wat is dat voor zen-prietpraat?’ Dan zou Nansen om zijn leven hebben gesmeekt. Het vers lijkt Jōshū meer te waarderen dan Nansen, maar dit is slechts retorisch. Nansen is niet minder groot dan Jōshū.

Reactie plaatsen
Reacties